Heb je je wel eens verwonderd over de natuur? Met aandacht gekeken naar een beestje of een plant dat iets heel slims doet om te overleven? Heb je wel eens gedacht “Dat heeft moeder natuur toch maar mooi opgelost”? De natuur is niet alleen een goede plek om tot rust te komen maar ze is ook vindingrijk en daar kunnen wij nog veel van leren. 

Het genereren van nieuwe ideeën gebaseerd op wat in de natuur al gebeurd is zeer interessant voor wetenschappers. Het technisch nabootsen van slimme toepassingen uit de natuur en dat te gebruiken bij het ontwerpen van nieuwe producten, of het optimaliseren van processen en systemen, is de sleutel tot duurzame oplossingen. De aarde heeft namelijk al 3,8 miljard jaar getest en uitgeprobeerd wat wel en wat niet werkt. Biomimicry wordt deze wetenschap genoemd, ofwel het nabootsen van de natuur. De term is gelanceerd door Janine  Benyus die zich met haar biomimicry instituut inzet voor een betere wereld.  

Een concept dat perfect past in de circulaire economie. De natuur heeft bijvoorbeeld praktische oplossingen voor efficiënt energie en materiaal gebruik. Ze zijn ingenieus en bewezen dat het werkt. Zo is er geen afval in de natuur, alles wordt hergebruik. De output van de een is de input voor de ander. Eigenlijk een heel logisch verhaal dus dat wij beter moeten kijken naar hoe de natuur bepaalde problemen oplost.

Design inspiratie
Tijdens designsprints wordt er vaak gebrainstormd over het oplossen van problemen. Het kijken naar de natuur en het zoeken van soortgelijke problemen en de oplossingen kunnen interessante nieuwe perspectieven bieden.

Zo heeft de natuur mooie oplossingen voor zelfbevestigende en zelf reparerende materialen. Materialen worden er geupcycled. Er wordt CO2 uit de lucht gehaald om mee te bouwen. Het filtert water en kan water ontzilten. Denk maar eens aan een vis, die leeft in zout water maar er zelf zoet water van maakt.

De wereld is kleurig en fleurig. Het ziet er niet alleen mooi uit maar heeft ook vaak een doel. De natuur gebruikt chemische reacties die niet giftig zijn, maar maken bijvoorbeeld gebruik van structuur om optisch hetzelfde doel te bereiken. Neem de veren van de pauw bijvoorbeeld . Er zit alleen bruin pigment in, maar toch zien wij blauw en groen. Het is niet het pigment wat de kleuren maakt maar de structuur van de veren die ervoor zorgen dat wij het licht waarnemen als blauw. Structuur kan er ook voor zorgen dat materialen antibacterieel zijn of zelfreinigend. De antibacteriële structuur van de huid van een haai diende als voorbeeld voor het veiliger maken van ziekenhuizen. 

Als je weet waar je moet zoeken, liggen er overal antwoorden.

Biomimicry

Wat vroeger heel gewoon was

Biomimicry is geen nieuw concept. Leonardo da Vinci droomde om te vliegen als een vogel en maakte schetsen gebaseerd op de vleugels. Nu vinden we het de normaalste zaak van de wereld om in een vliegtuig te stappen die de vorm van een vogel heeft.

Toevallige ontdekkingen worden ook gedaan. Zo is klittenband ontstaan nadat George de Mestral in 1941 de harige zaadjes uit de vacht van zijn hond aan het plukken was na een wandeling in de Alpen. Hij bestudeerde de zaadjes van de bur en zag dat er hele kleine haakjes aan de zaadjes zitten waardoor het kleeft. Dit bracht hem op het idee om een sluiting te maken met twee lagen. Een met haakjes en een met wollig materiaal, dat ook makkelijk weer uit elkaar gehaald kon worden. Tegenwoordig is klittenband niet meer weg te denken uit de maatschappij. George de Mestral gebruikte de oplossing uit de natuur en vertaalde dit naar een technische oplossing. En nog steeds maakt het bedrijf Velcro toepassingen gebaseerd op dit idee. Biomimicry dus.

Biomimicry in de architectuur

Ook in de bouw kan gebruik worden gemaakt van de slimmigheden uit de natuur. Architect Mick Pearce stond voor een uitdaging toen hij het grootste kantoor en winkelgebouw in Zimbabwe ging bouwen, maar de investeerders niet wilden betalen voor airconditioning. Het nabootsen van een termietenheuvel bood de oplossing. Door een slim systeem van luchtcirculatie en schoorstenen is het Eastgate Centre in staat om zichzelf af te koelen. En bespaart het daarnaast nog eens op energiekosten want door de ecovriendelijke architectuur gebruikt het veel minder energie dan omliggende gebouwen.

De natuur is dus een inspiratiebron voor duurzame oplossing voor onze menselijke uitdagingen. Dat is een interessant perspectief om eens uit te proberen bij de volgende design sprint voor jouw circulair product of proces.

Wil je meer weten over dit onderwerp? Bekijk dan deze documentaire of deze Ted Talk van Janine Benyus.

Categorieën: Design sprint